1595 | Moeilijke tijden

Ondanks stijgende werkloosheid, godsdienstonlusten, het dalen van luxehandel in tijden van oorlog en het begin van een uittocht onder goudsmeden, had de Natie tot dan toe goed stand gehouden. Toch wordt de financiƫle situatie onhoudbaar en glijdt de Natie af op een faillissement. Men had in goede tijden niet voldoende rekening gehouden met tegenslagen. Te veel investeringen waren gegaan naar de huizen Hoefeyser, Sonne en Bruyloftcamer. Tegelijkertijd had men minder inkomsten door een dalend aantal leerjongens, minder jaarbijdrage en minder tekengeld. De Natie wordt insolvent verklaard en de renten op de huizen worden vereffend.

In 1595 worden alle drie de eigendommen verkocht en huurt de Natie enige jaren de Bruyloftcamer. Het einde van een gouden eeuw voor de Zilversmeden. In de loop van de volgende eeuw huurt de Natie diverse panden in de buurt. Een ruime binnenlandse markt en een rustiger politiek klimaat hebben de Natie tegen het begin van de achttiende eeuw weer van schulden bevrijd.